Wereldreizigster Floortje Dessing lijkt een moordbaan te hebben: Altijd
onderweg naar weer
een
andere mooie bestemming op deze aardbol. Toch eist dit bestaan als presentatrice
van reisprogramma's zijn tol. Tien maanden van het jaar leeft ze in hotelkamers
of hutjes in een of ander tropisch oord. Het gevoel van "vlug, vlug, hollen naar
een andere toplocatie" klinkt ook door in haar recentelijk verschenen boek
"Honderd wereldplekken die gezien moet hebben".
De zin in reizen is de in 1970 geboren Floortje ingegeven door haar vader,die
dol was op kamperen. Het gezin Dessing trok er als het even kon met fiets of
trein op uit om ergens de tent op te zetten. "Zo hadden we altijd wel een
'lentekamp' of een 'herfstkamp' en natuurlijk elk jaar een 'sneeuwkamp': de tent
opzetten in Vollenhove en dan 's avonds de primus op zijn hoogste stand in de
voortent zetten om de boel warm te houden", aldus Floortje."
Als een van de weinige kinderen in mijn klas hadden wij vroeger geen auto. Alles
gebeurde dan ook op de fiets: boodschappen doen, naar school en op vakantie
gaan. Zo trokken we 's zomers als een kleine optocht door Nederland: mijn broer
en zus op een fietsje, mijn andere zusje achterop bij mijn vader en ik voorop
bij mijn moeder. Mijn verlangen om naar het buitenland te gaan zat er al van
kinds af aan in, maar met die fietsvakanties schoot dat niet echt op. Ik kan me
dan ook nog haarscherp het moment herinneren dat mijn moeder aankondigde dat we
voor het eerst op zomervakantie zouden gaan naar het buitenland, naar
Zwitserland. Ik was elf en mijn vreugde was uitzinnig. De hele reis heb ik als
in een roes ervaren. De treinreis was in mijn ogen een wereldreis, de stations
groots en indrukwekkend en de aankomst in Zwitserland onvergetelijk".
Het enthousiasme voor het reizen is haar nooit meer vergaan. Na Veronica
presenteert ze nu een reisprogramma voor Yorin. In haar boek, waaruit ook
bovenstaande citaten komen, wandelt ze in rap tempo over de globe en hopt van
onderwerp naar onderwerp. Een stad als New York wordt bijvoorbeeld in vier
kleine bladzijden behandeld. Sommige verhaaltjes lijken een uitgeschreven versie
van het script van één van de reisshows, terwijl ze in andere een eerlijke
inkijk in haar leven geeft. Zo vertelt ze onder andere hoe ze een romance had
met een schipper, maar dat ze er toch voor gekozen heeft alleen verder door het
leven te gaan.
De overdaad aan superlatieven en de voortdurende aanbeveling dat je een bepaalde
plek "gezien móet hebben" maken echter dat je als lezer op het laatst
vertwijfeld achterblijft met de vraag: Waar zou ik al het geld en de tijd
vandaan moeten halen om die wereldplekken zelf te bekijken?
(bovenstaand verhaal werd 4-9-2004 gepubliceerd in de Wegener Dagbladen)
Enkele citaten uit het boek:
- Zuid-Afrika: "Tegen het eind van de avond begon iedereen redelijk
dronken te worden en zo ook de drie mannen. Terwijl ze een wijntje
bestelden, begonnen ze te lallen over "vroeger". Zo gauw er één begon haakte
de rest in en alledrie hadden ze het over "die mooie oude tijd toen ze nog
fijn op negers konden schieten aan de grens met Zimbabwe. Dat waren nog eens
tijden". Mijn drankje heb ik laten staan. Tien minuten later zaten we in de
auto".
- Korea: "Hier eet men namelijk levende inktvis, iets wat mij in ieder
geval bijna deed kokhalzen. De Koreanen snijden de tentakels van de levende
inktvis razendsnel in stukken en bestrooien ze vervolgens met zout, peper en
hete kruiden. En terwijl de inktvis nog steeds beweegt, wordt hij met behulp
van stokjes smakelijk verorberd. Ook dat is Korea."
- Hawai: "Nadat veel eilandbewoners de ziekte lepra hadden opgelopen,
besloot de toenmalige koning alle zieke Hawaianen te deporteren naar dit
ruige stuk land waar niemand ooit meer vanaf kon: De rotsen er omheen waren
te hoog en de wateren zaten vol haaien. Niemand bekommerde zich verder nog
om de zieken, die een uitzichtloos en mensonterend bestaan leefden, totdat
de dood er op volgde".
- Brazilië: "Je herkent toeristen die net uit Salvador komen trouwens aan
de felgekleurde geluksbandjes om hun pols. Overal op straat worden ze
aangeboden, met drie knoopjes worden ze vastgemaakt en tegelijkertijd mag je
drie wensen doen. Het bandje valt vanzelf af als je wensen uitkomen. (Bij
mij duurde dit bijna twee jaar, maar alledrie mijn wensen kwamen uit, en ze
waren niet makkelijk!)".
"100 wereldplekken die je gezien moet hebben", uitgave Prometheus, ISBN
90-446-0463-5, prijs 15 euro. Een deel van de opbrengst gaat naar een
onderwijsproject van de Stichting Max Havelaar.
©2004 Solomedia Zwolle - Alle rechten voorbehouden
In de Revu van 24 augustus 2004 stond een interview met Floortje Dessing
onder de kop "Ik kots op bekrompenheid". Enkele citaten uit het
vraag-antwoord-interview van Mark Koster:
"Het reisvirus zat altijd in me. Als kind huilde ik dat ik weg wilde. Op
mijn 13de schreef ik me in voor een blokfluitconcours in Engeland, terwijl
ik nauwelijks kon spelen. Ze wezen me zelfs een Deense privé-begeleider toe.
Toen iedereen moest voorspelen werd ik ontmaskerd. Uiteindelijk speelde ik
triangel in het orkest, tussen al die hoogbegaafde kids. Boeien! Ik zat wel
lekker in Engeland".
Unico Glorie, oud-Endemol-directeur, ontdekte je talent als dj: "Ja, zonder
hem zou ik dit niet bereikt hebben. Hij plukte me weg bij een klein
Amsterdams station en gaf me een kans bij Veronica, waar ik producer werd
bij mijn held Rob Stenders. Dat was een geweldige tijd. Echt rock'nroll -
zeker de nachtuitzendingen met Alfred Lagarde. Nachtradio is met niets te
vergelijken. De nacht was toen van ons. We liepen op sokken in de studio:
Heel intiem was dat. Alfred kwam vaak vlak voor de uitzending met de
cd-wisselaar uit zijn auto de studio inlopen. Fles wodka in de hand. Zwarte
cowboylaarzen aan. Dan had hij live-opnamen van Steely Dan bij zich. Was een
nummer afgelopen zei hij: "Vind je het goed? Joh, dan draaien we het toch
nog een keer!". Lak aan alles. De luisteraar was nog geen meeteenheid. Die
romantiek van de radio bestaat niet meer".
In het interview komt verder haar borstvergroting aan de orde ("Waarom wordt
daar zo opgewonden over gedaan?") , dat ze mannen "lekkere gebakjes" noemt
en dat ze vijf cameramannen als minnaars heeft gehad. Op de vraag "Waarom
geen geluidsmannen?" antwoordt Floortje: "Oh, cameramannen zijn vaak groot
en sterk en onafhankelijk en creatief. Het is ook wel makkelijk: Je kent
elkaar, je bent samen op reis en dan gebeurt er wat".
Link:
De presentatie van het boek in de zomer van 2004 op de site van Yorin.
Reageren?
Mail: Sander Lindenburg
|